Zeer populair amulet uit de Thaise cultuur van jatukam Ramathep
Het amulet is vervaardigd van verguld brons.
Aan de voorzijde is er Jatukam Ramathep, de goddelijke engel (Rama = Goddelijke en Thep = Engel), de beschermer en geluk brenger (gezondheid, welvaart, goede financieen en een lange levensduur) van de drager. De achterkant toont een lotusbloem met in het midden Phra Pidta, de Boeddha met de gesloten ogen, dit als extra bescherming tegen onheil.
Jatukam Ramathep geeft gezondheid, geluk en voorspoed (letterlijk: rijkdom) aan zijn drager. De Rahoo Om Dschan geeft aan zijn drager kracht, charisma, creativiteit en mentale kracht. Hij beschermt zijn drager tegen aanvallen, ongeluk, ziekte en ongevallen, evenals tegen slechte geesten, zwarte magie, hekserij, Voodoo, negatieve energie en andere magische methoden die gericht zijn tegen zijn drager. Beschermer van eigendom en bezittingen van de drager.
Ongeveer 1700 jaar geleden, was het een tijd van oorlog en problemen. Er woonde een koning en zijn vorsten in Centraal Siam. De oudste prins heette Jatukam en de ander genaamd Ramathep. Na vele jaren van oorlog, de koning eindelijk overwon de koning de belegering van de Ceylonezen en wist hen tot in het voormalige Ceylon terug te dringen en te verslaan. Er werd gezegde dat de koning een heilige schat had, dit waren heilige relikwieën van Boeddha. Voordat de koning zijn reis naar het nieuw veroverde land begon liet hij de bescherming van de relikwieën over aan zijn twee zonen, en gaf hij ze opdracht om het met hun leven te beschermen.
Enige tijd later, ontvingen de zonen informatie over een plan dat hun vijanden de relieken wilde stelen. Zij brachten de koning onmiddellijk die op Ceylon verbleef onmiddelijk op de hoogte. De instructie van de koning was om snel de Relikwieën te nemen en deze naar Ceylon te brengen. Halverwege de reis sloeg het noodlot toe, een hevige storm liet de schepen zinken. De prinsen spoelden met de Relikwieën aan op een strand, maar zonder een boot konden ze de Relikwieën niet naar Ceylon vervoeren. Zij begonnen met het aanbidden van de relikwieën en baden: "Als dit land stapsgewijs een heilig stuk land is, stuur dan ons alsjeblieft een nieuw leven hier. Met onze mensen zullen we uw relikwieën voor altijd beschermen.
Later bouwden de twee prinsen een tempel op dit heilige land en met veel hard werk creëerden zij ook een rijke en sterke stad. Zij brachten nieuwe hoop en vrede voor het hele volk. Ter herinnering aan de grote daden door de twee prinsen noemden zij deze plaats Nakhon Si Thammarat ter ere van hen. Deze bevindt zich nu in het zuiden van Thailand. De tempel die de twee prinsen gebouwd hadden voor de relikwieën is nu nog steeds bekend als de Wat Mahathat.
Er verstreken eeuwen en er waren vele afgereisd naar de Wat Mahathat om de relikwieën te vinden die door de prinsen werden begraven. Tenslotte vonden ze een steensnijwerk en de relikwieën begraven in de Wat. De verhalen van de twee prinsen werden gevonden op een gegraveerde steen.
Later combineerden de twee prinsen elkaars namen en noemde de god die hen had geholpen Tao Jatukam Ramathep.
Tao Jatukam Ramathep wordt een van de meest gerespecteerde en populaire godheden in Zuid-Thailand. Er wordt aangenomen dat degenen die tot Tao Jatukam Ramathep bidden, gezegend worden met het leven en beter in alle opzichten in het dagelijks werk.
De tempel is gelegen op de Ratchadamnoenweg in Tambon Nai Muang, Amphue Meuang van de provincie Nakhon Si Thammarat. Dit is een van de belangrijkste historische plaatsen in Zuid-Thailand. De stupa, 55,78m hoog, heeft een onderscheidende Sri Lankaanse stijl. De top van de spiraal is volledig bedekt met puur goud. Phra Si Thamma Sokarat is gehuisvest.
In de deuropening aan de ingang van Wat Phra Mahathat in Nakhon Si Thammarat, zijn er de statuten van Tao Kadtukam en Tao Ramathep, de beschermer deities van heilige relikwieën van de Boeddha.
