In Thailand en andere delen van Zuidoost-Azië worden boeddhistische amuletten niet altijd om de hals gedragen. Vaak worden ze met zorg geplaatst op een huisaltaar, naast kaarsen, wierook en beelden van de Boeddha. Ze maken deel uit van het dagelijkse ritueel, met gebeden en offers voor bescherming, voorspoed of genezing.
Veel gelovigen bewaren hun amulet ook in een klein ritueel zakje, dat vervolgens wordt gedragen in een heuptas, schoudertas of om de middel, dicht bij het lichaam maar niet zichtbaar. Dit versterkt de spirituele werking, want zichtbaarheid kan de heilige energie verstoren of kwetsbaar maken.
Amuletten worden als krachtobjecten beschouwd — geen sieraden, maar spirituele dragers van zegeningen. Of ze nu gemaakt zijn van heilige klei, metaal, kruiden of as, elk amulet bevat een onzichtbare aanwezigheid, bedoeld om te beschermen, te begeleiden en innerlijke balans te brengen.
